Out 1, noli me tangere / 2

29 November, 2015 - 15:00
CINEMATEK, Brussel
screening

Courtisane en CINEMATEK presenteren samen dit monumentale en gedurende vele decennia zelden of nooit vertoonde meesterwerk van Jacques Rivette.

28 november
15:00 / épisode 1: de Lili à Thomas
16:40 / épisode 2: de Thomas à Fréderique
19:30 / épisode 3: de Fréderique à Sarah
21:30 / épisode 4: de Sarah à Colin

29 november
15:00 / épisode 5: de Colin à Pauline
16:40 / épisode 6: de Pauline à Emilie
19:30 / épisode 7: d'Emilie à Lucie
21:30 / épisode 8: de Lucie à Marie

frans gesproken met engelse ondertitels

Out 1, noli me tangere

Jacques Rivette
,
FR
,
1971
,
DCP
,
colour
,
775'

Deze oorspronkelijke en gerestaureerde versie van Rivette's legendarische Out 1, noli me tangere toont de repetities van twee theatergroepen en een vage plot rond een geheimzinnig genootschap van samenzweerders. Rivette's vertrouwde thema's, zoals de spanningen binnen groepen, het theater en de samenzwering komen uitgebreid aan bod in deze monumentale 'film fleuve' (bijna 13u gedistileerd uit meer dan 30u improvisatie). De film bestaat uit een reeks ontmoetingen en confrontaties tussen acteurs, waarbij elkeen werd uitgenodigd om zijn eigen personage te improviseren in verhouding tot de algemene intrige. De bijtitel van de film - Noli me tangere (raak mij niet aan) - verwijst vermoedelijk naar de wens van Rivette om zijn film niet in te korten of te herwerken. In 1974 hermonteert hij Out 1 echter zelf tot een geheel nieuw werk Out 1: Spectre met een zeer verschillende structuur en tonaliteit.

If there is a movie equivalent of reading Proust it’s likely to be found in the films of the French New Wave veteran Jacques Rivette. And in the annals of monumental cinema there are few objects more sacred than Out 1, noli me tangere. Shot in the spring of 1970, this fabled colossus owes its stature not just to its immodest duration but also to its rarity. Commissioned and then rejected by French television, the film had its premiere in september 1971, at the Maison de la Culture in Le Havre before receding into obscurity. Rivette uses documentary techniques – uninflected observation, unscripted situations – not to capture reality but to generate fiction. For Rivette, narratives – or, more precisely, our hunger for them – can be dangerous. His fondness for shadowy conspiracies and paranoid fantasies, which owes a debt to Balzac and the sinister daydreams of the silent-era serialist Louis Feuillade, dates to his first feature, Paris nous appartient (1960). With Out 1 he found the perfect match of form and content, an outsize canvas for a narrative too vast to apprehend. (Dennis Lim)