Artist in Focus: Leslie Thornton

Onze cultuur is er een van angst, zo wordt gezegd. Angst voor onzekerheid, voor andersheid, voor alles wat de consensus in de weg staat. Een angst die niet in het minst wordt gecultiveerd door de massamedia, gedreven door een logica van anticipatie en premediatie. Het is een cultuur die enkele decennia geleden reeds werd voorzien in de vorm van een opmerkelijke science-fiction parabel: Leslie Thornton’s Peggy and Fred in Hell.

Deze doorlopende filmserie, waarvan de eerste episode dateert uit 1985, portreteert het leven van twee kinderen, de enige overlevenden in een post-apocalyptisch landschap, die temidden van het debris van de 20ste eeuw hun eigen verbeeldingswereld creëren. De relaties tussen technologie, identiteit en subjectiviteit die de hedendaagse mediacultuur kenmerken, zijn hier niet langer gangbaar, maar ze zinderen na in de vorm van schaduwbeelden en naklanken. Intussen zijn de kinderen volwassen geworden, de toekomst behoort tot het verleden, analoog werd digitaal: Thornton’s fictie lijkt in steeds sneller tempo te worden bijgehaald door de werkelijkheid, maar blijft gestaag muteren, onophoudelijk peilend naar de restanten van een menselijke cultuur in een groeiend kluwen van rauwe data. Het is dit kritisch perspectief op de verhouding tussen maatschappij en technologie die de rode draad vormt door het hele oeuvre van Thornton, wiens vader en grootvader tijdens WOII beiden meewerkten aan de ontwikkeling van de eerste atoombom. Het besef van de ambivalenties tussen het persoonlijke en culturele, het lokale en globale, vormt de basis van haar diepgravend onderzoek naar de aporias van taal en media, die verdergaat waar de traditie van de Amerikaanse “avant-garde” ophield.