Artist in focus: Thom Andersen

“Hollywood films”, zo zegt Thom Andersen, “zijn verworden tot formalistische oefeningen. Ik veronderstel dat ook ik ooit een formalist was, dus ik kan deze evolutie ergens wel appreciëren. Niettemin is het duidelijk dat we meer van films mogen verlangen dan enkel dat.” Dit statement vat Andersens parcours goed samen. Van zijn eerste “formalistische” films in de jaren 1960 tot zijn essayistische verkenningen van de documentaire waarde van Hollywood fictie blijft dit de centrale vraag: hoe kan men in cinema een wereld beschrijven? Hoe vertellen filmische vormen niet enkel verhalen, maar creëren ze ook beschrijvingen van onze reële levens?

Terwijl zijn eerste film, Eadweard Muybridge, Zoopraxographer (1975), een eerbetoon was aan de man die niet enkel de eerste was om beweging in beelden te vatten, maar deze beelden ook in beweging te brengen, rehabiliteerde Red Hollywood (1996, met Noël Burch als coregisseur en Billy Woodberry die de commentaarstem voor zijn rekening neemt) de slachtoffers van de Hollywood Blacklist doorheen een onderzoek naar hoe ze hun wereldbeschouwingen vorm gaven. Deze voorliefde om in de geschiedenis van filmische representaties te poken door op het voorplan te plaatsen wat traditioneel op de achtergrond blijft, treedt nog uitgesprokener naar voren in Andersens bekendste film, Los Angeles Plays Itself (2003), een “tegendraadse stadssymfonie” die kritisch de manieren onderzoekt waarop zijn geliefde stad in films werd afgebeeld. De film suggereert dat de meeste fictie die we voorgeschoteld krijgen in de mainstream cinema, afgegleden richting stompzinnig spektakel, haar houvast in de werkelijke wereld heeft verloren. De voorstellingen die deze mainstream fictie met zich meebrengt blijken vaak medeplichtig te zijn aan een weergave van onze geschiedenis die gestoeld is op consensus, namelijk “een geschiedenis geschreven door de overwinnaars, een geschiedenis gedrenkt in krokodillentranen”.

Eén van de vele inspiratiebronnen voor deze wonderbaarlijke studie over de verscheidene filmische gezichten van Los Angeles is het werk van de Franse filosoof Gilles Deleuze, in het bijzonder diens beschouwingen over de momenten waarop cinema doorheen zijn capaciteiten om ons het ondraaglijke van de wereld te laten zien, ons bewust kan maken van de mogelijkheden tot iets anders. In zijn nieuwste film, The Thoughts That Once We Had, gaat Andersen nog dieper in op het denken van Deleuze over cinema om de krachten van het verleden op het heden te laten inwerken. Immers, was het niet Deleuze die erin slaagde de vraag waar we vandaag allemaal mee worstelen treffend te verwoorden, namelijk: hoe kunnen we ons geloof in de wereld herstellen? En bovendien: hoe kan cinema bijdragen aan het vinden van het vertrouwen dat we zo hard nodig hebben?

 

In collaboration with the Birkbeck Institute for the Moving Image.

Special thanks to Ricardo Matos Cabo and Sarah Joshi.