Artist in focus: Pedro Costa

“We maken films op volle zee”, zegt Pedro Costa. “Aangezien er geen wetboek voorhanden is, werken we in gitzwarte regionen, ook bekend als het geheugen, de herinnering.” Zonder vastgelegde structuren om op te steunen en met weinig zekerheden om op terug te vallen, behelst het werk van Pedro Costa een continue arbeid van experimenteren en documenteren. Sinds Costa zich voor het eerst in Fontaínhas, een wijk in de periferie van Lissabon, begaf, maakte hij het zijn levenswerk om de levens van de inwoners, velen onder hen immigranten uit Kaapverdië, te documenteren. Costa valt niet terug op de traditionele procedures van de documentaire film die zich tot doel stellen de ellendige toestand waarin de wereld verkeert (aan) te tonen en exploitatie bloot te leggen. In plaats daarvan is zijn werk het resultaat van een nauwgezet constructieproces dat vertrekt vanuit de brokstukken van verbeelding die tevoorschijn komen uit het geheugen van de acteurs en die hij vormgeeft doorheen het prisma van zijn eigen herinneringen aan de geschiedenis van de cinema. Deze herinneringen zijn de bouwstenen van een unieke filmische wereld, waarin een diepgaande intimiteit gepaard gaat met een ontzagwekkende schoonheid en een grote resonantie. 

De overweldigende kracht van deze films is ongetwijfeld te danken aan het verlangen, het geduld en de toewijding waarmee ze werden gemaakt. En het is deze zorgzaamheid die de poëtische mogelijkheden ontsluit van de ruimtes waarin geleefd wordt en de woorden die doorleefd worden, hetgeen de ge(re)presenteerde levens de grootsheid en waardigheid geeft die hen doorgaans ontzegd wordt. Deze epische dimensie van tragedie en opoffering die de kern uitmaakt van het in ballingschap leven of een van zichzelf vervreemd zijn, wordt bij uitstek belichaamd door de figuur van Ventura. Hij is de majestueuze zwerver – ergens tussen Oedipus en King Lear, Tom Joad en Ethan Edwards – die zowel het hoofdpersonage is van Juventude Em Marcha als van Costa’s nieuwe film Cavalo Dinheiro. Ventura’s overpeinzingen over verloren krachtmetingen en gewelddadige ervaringen tonen een onrust die zich misschien wel laat verbinden met de onze. De demonen van je geschiedenis bevechten gaat niet enkel over ontwrichting en falen: het kan ook een manier zijn om op een andere manier aanspraak te maken op je eigen leven, het te herdenken – wat reeds kan gezien worden als een daad van transformatie. Zoals een dichter ooit schreef: “Auch noch Verlieren ist unser”.